Na de zondvloed
1285
post-template-default,single,single-post,postid-1285,single-format-standard,bridge-core-3.3.1,qode-page-transition-enabled,ajax_fade,page_not_loaded,,qode-title-hidden,qode_grid_1300,footer_responsive_adv,qode-content-sidebar-responsive,qode-theme-ver-30.8.1,qode-theme-bridge,qode_header_in_grid,wpb-js-composer js-comp-ver-7.9,vc_responsive

Na de zondvloed

Dat de zondvloed een leugen was en er iets aan mankeerde was me al meteen duidelijk. Het verhaal begint niet als de deur opengaat, het verhaal begint in de zygote, al die jaren dat een eicel ingebed als doornroosje lag te wachten op de prins. Een van die miljoenen zaadcellen waarvan er een eindelijk op een dag haar wakker kuste. Maar ze was niet alleen geweest, ze had alles gevoeld wat haar moeder voelde, de angst de pijn en nam het mee toen ze ontwaakte uit haar slaap en blind op weg ging en ergens in de donkere nacht op weg naar de kelk drong er iets binnen. Iets dat haar aanvulde, en samen hadden de lamme en de blinde de kracht naar het meer te zwemmen en daar nestelden ze zich in de wand en begonnen te knagen aan de moeder die het toeliet, alles gaf en toen de vrucht rijp was werd hij eruit geperst en daar waren de twee mensen die elkaar later zouden ontmoeten. En toen begon het gespartel, het geworstel om te overleven. En de hoop op hulp, de kleine armpjes reikten uit naar de borsten van de moeder die niet kon geven omdat ze dicht zat, dicht van verdriet omdat ze niet gekregen had wat ze nodig had. Geen koestering, alleen maar angst. Alleen een mens die zijn eigen bronnen gevonden heeft kan dat bieden wat zij niet gekregen heeft. Vanuit welke bron kan je bieden wat je niet ontvangen hebt? Waar is die bron.

De bel gaat. Ik lach omdat ik borrel van vreugde, daar staat een man die vrolijk lacht en ik voel dat zijn nek stijf is en zijn buik verlangt naar koestering en ik ga open van verlangen om te geven wat ik geven kan. Omdat ik een vrouw ben en om te doen waarvoor ik kwam te bloeien.

Ik zet thee, hij drinkt een kopje en kijkt me vragend aan. Ga maar liggen zeg ik, hij buigt voorover en maakt zijn veters los, doet zijn broek uit en staat dan even in zijn witte hemd, en rent dan als een kleine jongen de paar meters naar het bed. Hij duikt lachend in de kussens. Er moeten toch ook leuke momenten geweest zijn vroeger denk ik dan en glimlach.

Ik schuif de lust opzij. Mijn knie is blauw omdat ik van de fiets ben gevallen, ik was weer bang en vroeg mezelf de domme vragen; wat als. Niet denken, de winter was lang en ik ben gebleven, bij mezelf. De winkels waren gesloten, de stad was leeg en mijn leven is anders gelopen dan mensen voor me hoopten. De eenzaamheid omdat ik geen gezelschap heb is echter verdwenen, ik vole niet meer de leegte. Ik heb weer verbinding met bronnen die dieper gaan dan de mijne. Bronnen die al lang geleden waren uitgedroogd.

Een grote man ligt met zijn kleren aan op bed, zijn hoofd op zijn armen en ik weet dat hij het liefste zou willen huilen omdat hij zoveel mist waar hij naar verlangt en er niet bij kan komen. Kon hij maar huilen. Zijn hoofd zoekt maar zijn ziel hangt erboven en zucht. Hoelang zou het nog duren voor hij weer opengaat en de energie toelaat. Ik pak zijn voeten, hij heeft zijn sokken nog aan.

Ik trek zijn sokken uit en maak wat olie warm in mijn handen. Ik begin de palm van zijn voet te masseren, ik moet onderaan beginnen anders wordt het niets, de oordelen zullen me wegduwen. Hij zal me haten omdat ik een vrouw ben, net als de vrouw die niet voldeed, die hij niet begreep voor wie hij dacht niet goed genoeg te zijn. En alle andere vrouwen die dachten dat ze hem nodig hadden om te overleven, hier te blijven in een wereld die niet te bevatten is. Terwijl het juist andersom is, hij had hen nodig. Hun zachte handen, hun zachte lijven, hun warmte, hun koestering.

Ik pak de tenen een voor een tussen mijn vingers en kneed ze, dan kneed ik de rand van zijn voet. Gelukkig ze zijn warm, ik pak zijn hak in mijn handen en leg zijn voet in mijn warme schoot en duw met mijn vuisten over de onderkant van de voet. Dan masseer ik zijn enkels en ga zo ver ik kan omhoog. Zijn spijkerbroek zit in de weg. Ik vraag hem zijn broek uit te doen. Zijn blik is alert maar hij doet het toch en gaat weer liggen. Ik begin zijn kuiten en scheenbeen te masseren en zijn knieën. De geur van eucalyptus vult nu de kamer en ik merk dat de negatieve energie zich terugtrekt. De spanning houdt niet van ontspanning. Zachtjes streel ik de holtes van zijn knieën en en de zijkanten van zijn knieën alsof het de taille is. Ergens daartussen zitten de knopen, overal zitten de knopen en verstoppingen, de misverstanden en de angst en de wrok. Ik adem diep uit, en pak weer wat olie en warm deze in mijn handen en ga iets hoger zitten. Ik masseer zijn bovenbenen en schuif mijn hand tot onder de onderbroek, deze moet uit nu, ik vraag of dat in orde is, hij mompelt met zijn mond in het kussen ja. Gelukkig hij ontspant en geeft zich over. Zijn slip blijft even hangen achter zijn mooie stijve piemel, ik trek de onderbroek over zijn benen naar beneden en leg hem naast me op bed. Mijn handen zitten nu vol olie ik wil niet dat dat in de broek of op het bed komt. Ik vraag om een handdoek en hij rolt even opzij. Ik kijk naar mijn handen die glanzen van de olie en wrijf ze tegen elkaar tot ze heel heet zijn.

En begin zijn ronde harige billen te kneden, ze zijn lief rond, als broodjes. Het doet me pijn dat er zoveel pijn zit in dit lijf. Ik duw mijn elleboog in de kuil van de bil en ga wijdbeens op zijn bovenbenen zitten om mijn gewicht te gebruiken zodat ik nog dieper in het lijf kan drukken. Ik duw vanaf zijn stuitje met mijn vingers wijd uitgespreid over zijn onderrug. Daar vanaf zijn stuit kan ik tegen de stroom induwen, zijn emoties naar boven brengen zodat hij ze uit kan ademen. Ik duw nu met mijn volle gewicht op zijn heupbotten en trek dan met mijn duimen een streep langs de bovenkant van zijn heupbot en dan zachtjes en licht, zonder gewicht te gebruiken masseer ik naar de zijkant van zijn taille. Ik buig weer terug naar mijn eigen centrum en duw weer naar boven nu langs zijn ruggengraat, ik voel elke knokkel van zijn ruggraad en druk ertussen en dan weer zijwaarts alsof het een boom is waarvan de takken allemaal uitgestrekt moeten worden. Alle zenuwen zitten vast zit en moeten weer vrij kunnen bewegen als takken die wuiven in de wind, los ademen. Ik hoor hem kreunen en vraag of mijn gewicht te zwaar is. Hij zegt; nee.

Ik ga van hem af en pak weer wat olie. Ik trek mijn trui uit en druk mijn warme borsten en bovenlichaam zacht tegen zijn rug en probeer in circulerende bewegingen te masseren met mijn lichaam zonder op hem te leunen. Dat doen er al genoeg… in zijn hoofd leunt alles op hem en kan hij niets meer tillen, die gedachte moet oplossen, het is voorbij. Hij is geen kind meer, hij kan gaan. Hij is vrij. Ik kneed nu zijn schouders en zijn nek. En trek ze met al mijn kracht naar beneden. Ze zitten te hoog, ik til zijn armen en schud ze zacht, het water moet weer in beweging komen. Zijn hoofd ligt zijwaarts op het kussen en hij heeft zijn ogen dicht.

Ik trek mijn trui weer aan en dek zijn rug toe met een zachte warme deken. Ik pak zijn arm en begin de bovenarm te masseren van zijn schouder af, wijds de wereld in. Ik draai mijn hand om en streel met de rug van mijn hand de holtes van zijn arm, dan met twee handen weer de onderarm, knedend en strelen. Ik druk mijn wijsvinger in het kuitje onder zijn borstbeen. Spreid zijn vingers, en rek ze uit, alles moet eruit. De verhalen, de misverstanden de geschiedenis. Ik neem het topje van zijn wijsvinger in mijn mond en zuig er aan. Hij kijkt even verbaasd op. Ik lach en ga naar zijn andere arm. De lieverd. Wat doen we elkaar toch aan hier op aarde. De anderen arm hetzelfde. Ik trek de deken van hem af en begin nog een keer bij zijn voeten maar nu sneller weer via de binnenkant van zijn benen. Hij is los en vertrouwd me nu hopelijk. Ik schuif mijn handen tussen zijn bovenbenen, diep naar voren tot aan zijn ballen, dan weer naar boven en ga met mijn anderen onder zijn rug en knijp zacht in zijn billen. Ik lig met mijn hoofd nu bij zijn piemel en lik de eikel terwijl ik met mijn handen zijn billen blijf masseren, ik duw zijn benen omhoog. Kneed zijn billen en onderrug, glij met mijn handen tussen zijn billen tot aan zijn ballen. Kom weer naar zijn billen en onderrug, leun met mijn lichaam nu zwaar op mijn armen zodat ik met mijn handen diep in de huid kan drukken. Ik pak hem stevig in zijn nekvel, glijd dan met mijn handen naar boven en vorm een schelp om zijn oren. Het ruisen is als de zee, het zal goed doen. Dan zijn schouders, de monnikskapsspier. Het is klaar, het is op, ik zit op bed en voel me leeg.

Hij lijkt blij, een beetje beschaamd en trekt zijn kleren aan. Dankjewel. Graag gedaan, zeg ik. Ik zie hem op zijn fiets wegfietsen. Voorover gebogen tegen de wind in. Er zijn alweer knoppen in de bomen, de lente komt eraan. Ik ga naar de keuken en meng de bloem met het water en de starter. Het deeg voelt zacht net als de huid van de vreemdeling we delen de pijn. Heb ik hem gemasseerd of mezelf? Ik zal het nooit weten.

Geen reactie's

Sorry, het is niet mogelijk om te reageren.