04. Ik verschijn
1019
post-template-default,single,single-post,postid-1019,single-format-standard,bridge-core-3.3.1,qode-page-transition-enabled,ajax_fade,page_not_loaded,,qode-title-hidden,qode_grid_1300,footer_responsive_adv,qode-content-sidebar-responsive,qode-theme-ver-30.8.1,qode-theme-bridge,qode_header_in_grid,wpb-js-composer js-comp-ver-7.9,vc_responsive

04. Ik verschijn

Hoofdstuk 2
Ik verschijn
Het Griekse wo
ord Phantasia wordt meestal vertaald als verbeelding. Hoewel in het Grieks is er een relatie met het woord Phainomai wat betekent ‘Ik verschijn’. 

De man had verteld dat je moest proberen het kind terug te vinden, het op te halen en het lief te hebben. Ik wist niet hoe je dat liefhebben in de praktijk dan moest doen maar ik dacht aan de momenten dat ik me geliefd had gevoeld en dat was als ik een knuffel kreeg van mijn vader. Ik probeerde in mijn fantasie het meisje op schoot te nemen en dat lukte. In mijn gedachten klemde ze zich als een aapje aan me vast en toen ik mijn armen om haar heensloeg omarmde ik daarbij mezelf.Mijn woede was verdwenen. Verbaasd veegde ik de tranen van mijn gezicht en liep naar de vreemde man bij het vuur.

In de maanden die volgden probeerde ik telkens als ik overspoelt werd door mijn emoties weer het beeld van het meisje op te roepen. Ik werd nieuwsgierig naar haar gezicht en probeerde het me voor te stellen maar het lukte me niet om het wilde haar uit haar gezicht te krijgen. Uiteindelijk nam ik me voor haar in bad te stoppen en helemaal onder water te dompelen. Ik dacht dan moet het haar wel uit haar gezicht verdwijnen maar ook daar kreeg ik geen beeld bij. Ik probeerde me voor te stellen dat ze naast me op de bank zat. Schoon en fris, als een Japans manga meisje in een matrozenpakje, haar haar gekamd in twee keurige vlechtjes en ik kreeg er een beeld bij maar het leek wel een heel ander meisje. Ik dacht dat ik het kind in mezelf nu wel op orde, maar niets was natuurlijk minder waar. Het wilde meisje was verdwenen en naast me zat iets wat ik ervan gemaakt.

Terwijl ik deze woorden schrijf zit ik aan de houten tafel hoog in de bergen van Noorwegen. Ik woon hier met Obi, en zij zit verderop in haar kamer een puzzel te ontwerpen van de zee en alle dieren die daarin leven. We hebben ooit verzonnen dat we een huisje hoog in de bergen hadden toen zij nog in London woonde en ik in Amsterdam en nu is het echt. Om ons heen staat alles in bloei, het is weer lente en het is heerlijk weer. Vanaf hier kan ik in het dal kijken en kan ik terugkijken op de lange weg die achter ons ligt. Het bos en het grote donkerblauwe meer met de houten steiger en ons kleine oranje bootje waar we nog vaak in varen.

Ik heb jou mijn hele leven gekend en je vele namen gegeven.
Ik heb je vader en moeder en kind genoemd.
Ik heb je geliefde genoemd.
Ik heb je zon en maan en sterren genoemd.
Ik heb je aarde en regenboog genoemd.
Ik heb je bloemen genoemd.
Ik heb je mijn hart genoemd.
Maar nooit, tot op dit ogenblik, noemde ik je mij Zelf.
— Ricca, Catharinaweb.

Geen reactie's

Sorry, het is niet mogelijk om te reageren.