1. Horney: psychoanalytische sociale theorie
1121
post-template-default,single,single-post,postid-1121,single-format-standard,bridge-core-3.3.1,qode-page-transition-enabled,ajax_fade,page_not_loaded,,qode-title-hidden,qode_grid_1300,footer_responsive_adv,qode-content-sidebar-responsive,qode-theme-ver-30.8.1,qode-theme-bridge,qode_header_in_grid,wpb-js-composer js-comp-ver-7.9,vc_responsive

1. Horney: psychoanalytische sociale theorie

Karen Danielsen Horney werd geboren in Eilbek, een klein stadje in de buurt van Hamburg, Duitsland, op 15 september 1885. Ze was de enige dochter van Berndt (Wackels) Danielsen, een zeekapitein, en Clothilda van Ronzelen Danielsen, een vrouw die bijna 18 jaar jonger was. dan haar man. Karen was geen gelukkig kind. Ze had een hekel aan de bevoorrechte behandeling van haar oudere broer, en bovendien maakte ze zich zorgen over de bitterheid en onenigheid tussen haar ouders. Toen ze 13 was, besloot Horney om arts te worden, maar op dat moment liet geen enkele universiteit in Duitsland vrouwen toe. Tegen de tijd dat ze 16 was, was deze situatie veranderd. In 1906 ging ze naar de Universiteit van Freiburg en werd een van de eerste vrouwen in Duitsland die medicijnen studeerde. Daar ontmoette ze Oskar Horney, een student politicologie. Begin 1910 begon ze een analyse met Karl Abraham, een van Freuds naaste medewerkers en een man die later Melanie Klein analyseerde. In 1950 publiceerde Horney haar belangrijkste werk, Neurosis and Human Growth. Dit boek zet theorieën uiteen die niet langer slechts een reactie op Freud waren, maar eerder een uitdrukking waren van haar eigen creatieve en onafhankelijke denken. Na een korte ziekte stierf Horney op 4 december 1952 aan kanker. Ze was 65 jaar oud.

Overzicht van psychoanalytische sociale theorie
De psychoanalytische sociale theorie van Karen Horney (uitgesproken als Horn-eye) is gebaseerd op de veronderstelling dat sociale en culturele omstandigheden, met name ervaringen uit de kindertijd, grotendeels verantwoordelijk zijn voor het vormgeven van de persoonlijkheid. Mensen die hun behoefte aan liefde en genegenheid niet hebben bevredigd tijdens hun kindertijd, ontwikkelen basale vijandigheid jegens hun ouders en lijden als gevolg daarvan aan basale angst. Horney theoretiseerde dat mensen basale angst bestrijden door een van de drie fundamentele stijlen van omgaan met anderen aan te nemen:
(1) zich naar mensen toe bewegen,
(2) zich tegen mensen bewegen, of
(3) zich van mensen verwijderen.
Normale individuen kunnen elk van deze manieren van omgaan met andere mensen gebruiken, maar neurotici zijn gedwongen om strikt op slechts één te vertrouwen. Hun dwangmatige gedrag genereert een fundamenteel intrapsychisch conflict dat de vorm kan aannemen van een geïdealiseerd zelfbeeld of zelfhaat. Het geïdealiseerde zelfbeeld wordt uitgedrukt als
(1) neurotische zoektocht naar glorie,
(2) neurotische claims of
(3) neurotische trots.
Zelfhaat wordt uitgedrukt als zelfverachting of vervreemding van het zelf.

Geen reactie's

Sorry, het is niet mogelijk om te reageren.