21 sep 15. De tekening
Mary likte aan haar wijsvinger en pakte voorzichtig een blad van de stapel, legde het voor zich neer en ademde diep in. Toen begon ze te tekenen. Eerst een paar zachte lijnen, tot zich langzamerhand iets begon af te tekenen. Ik hoorde een bijtende stem; “Dat wordt toch niks…” Ze beet op haar onderlip en tekenende verder. Vanuit de achterkant van haar nek vertakte zich nu echter een soort spanning die het haar onmogelijk maakte verder te tekenen.
“Hou er toch mee op. Wie zit er nou op jouw tekening te wachten?” Ze voelde een steek in haar borst en legde abrupt het potlood neer, stond op en liep naar het raam en staarde naar buiten. Ze zag hoe de vlokken zachtjes naar beneden dwarrelden en het hele landschap werd bedekt met een dikke laag sneeuw.
Clouds do not drift in the wrong direction,
Nor do snowflakes fall in the wrong place.
A fish can thrash against the current
And make no progress;
Or it can do nothing, and float for miles.
When you let go of the handrail of life,
No wrongs can befall you.
If you open your mind to the Dao,
You can never die.
—Richard Seymore.
De sneeuwkristallen weerkaatsten het zonlicht, het landschap fonkelde. Haar hart opende zich nieuwsgierig waarop de greep om haar middenrif verslapte en de stem gelukkig verstomde. Toen ze weer ging zitten gleed het potlood over het papier en ergens in de achtergrond hoorde ze ijle stemmen zingen EHEIEH en de klank stroomde door haar heen als water. Het licht dimde en losse lijnen dansten nu over het papier, ze volgden elkaar op, doorkruisten elkaar en vloeiden in elkaar over. Laag over laag, hard en zacht en alles daartussenin. Donker en licht wisselden elkaar af en vulde elkaar aan, de lijnen kolkten door elkaar heen tot haar hand ineens stopte, de klanken verstilden en het licht doofde.
Ze legde het potlood neer en het was alsof ze ineens met andere ogen keek naar wat ze getekend had. Er ontbrak iets aan het geheel. Wat was er mis? Was het de neus van de vos die niet écht nat was? Of was het de vacht die weliswaar uit evenveel dunne grijze lijntjes bestond als de haren van een echte vacht, maar niet echt was. Ze kon de vacht niet voelen, de tekening rook nergens naar en ze kon haar handen er niet diep in laten zakken. Ze wilde de warme huid eronder voelen, daar waar het bloed doorheen stroomde. Ineens was de stem er weer en sneerde veijnig: ‘Waardeloos… Dit kan de werkelijkheid niet eens benaderen. Je kan ook niets, het is geen wonder dat ze je hier laten zitten.” Haar neusvleugels trilden, en beet haar kaken op elkaar. Een onrust maakte zich van haar meester en ze ijsbeerde door de kamer. Het maakte niet uit wat ze tekende, het was toch nooit goed genoeg. Alles wat ze tekende was een slap aftreksel van het echte leven. Ze wilde weg uit de kamer, naar buiten en dingen ontdekken, ervaren.
Ik keek over haar schouder mee en zag de tekening. Het prachtige meer werd omringd door hoge dennen… eeuwig groen, en in de verte glooiden de heuvels en daarachter de witte bergtoppen. En als je goed keek zag tussen de bomen een grijze vos met op zijn rug een klein meisje. En daar waar haar lijfje zijn rug raakte werd zijn vacht warm oranje zoals een echte vos.
Sorry, het is niet mogelijk om te reageren.