21. De klei
1380
post-template-default,single,single-post,postid-1380,single-format-standard,bridge-core-3.3.1,qode-page-transition-enabled,ajax_fade,page_not_loaded,,qode-title-hidden,qode_grid_1300,footer_responsive_adv,qode-content-sidebar-responsive,qode-theme-ver-30.8.1,qode-theme-bridge,qode_header_in_grid,wpb-js-composer js-comp-ver-7.9,vc_responsive

21. De klei

Dat was er dus gebeurd….De klei voelde aangenaam koel, hij sloot zijn ogen en als snel dwaalden zijn gedachten weer af naar het verleden. Hij zag zichzelf weer wandelen met zijn kleine meisje, hand in hand door de sneeuw. Haar handje was koud en ze rilde. Hij tilde haar kleine lijfje op en zette haar op zijn brede schouders. Terwijl ze wandelden smolt de sneeuw voor hun voeten weg en warme het meisje weer een beetje op. De eerste sneeuwklokjes kwamen te voorschijn tussen de donker gekleurde bladeren van de herfst ervoor. Hij hoorde haar vrolijk lachen en zag vanuit zijn ooghoeken haar kleine armpje wijzen. “Daar, daar wil ik heen pappa!” Riep ze opgetogen en hij glimlachte en liep erheen.

De zon brak door en hemel was het blauwste blauw, de heide bloeide op en hij zette zijn kleine meisje voorzichtig neer op de plek die ze had aangewezen. Al snel voelde hij haar kleine hand in de zijne ze trok hem mee, en toen hij niet snel genoeg volgde liet ze hem los en rende naar bosbessenstruiken, opgetogen rende ze van struik naar struik. Trost riep ze; “Kijk, kijk hoeveel ik er al heb!” Buiten adem stond ze nu voor hem, haar wangen rood van de inspanning en haar trui vol met blauwe bessen. “Wil je er ook een?” Vroeg ze stralend en toen hij knikte koos ze bedachtzaam een uit en propte die met haar kleine vingertjes in zijn mond.

Een stem in zijn hoofd haalde hem wreed uit zijn dromen en sprak hem streng toe: ‘Kom op! Sta op!’ Met tegenzin stopte hij met dromen, en geïrriteerd vroeg hij zich af wat de stem nog van hem wilde. Zijn leven was voorbij. Hij had gedaan wat hij kon.  Het was de stem die alles bepaald had, de stem die dacht dat je het leven naar je hand kon zetten, als je maar goed genoeg je best deed. Hij had die stem vertrouwd. Altijd had hij gedaan wat iedereen wilde. Zo hoorde het, dan was je een goede jongen, maar het was niet waar. De mensen waar hij zo hard voor gewerkt had waren geen mensen met een hart en een ziel. Het was een roze mond met witte handschoenen. Het waren gemanicuurde handen die hem keurig vonden. Het bedankten. En ondertussen wachtte er iemand op hem, zijn meisje. Hij kreeg een nare smaak in zijn mond… hij moest iets drinken.

Geen reactie's

Sorry, het is niet mogelijk om te reageren.