Wat is een trauma?
1489
post-template-default,single,single-post,postid-1489,single-format-standard,bridge-core-3.2.0,qode-page-transition-enabled,ajax_fade,page_not_loaded,,qode-title-hidden,qode_grid_1300,footer_responsive_adv,qode-content-sidebar-responsive,qode-theme-ver-30.6.1,qode-theme-bridge,qode_header_in_grid,wpb-js-composer js-comp-ver-7.8,vc_responsive

Wat is een trauma?

Een trauma is het gevolg van een bedreigende gebeurtenis of meerdere gebeurtenissen die je niet weet te stoppen en waardoor je je machteloos en hulpeloos voelt, overgeleverd aan. Bijvoorbeeld tijdens een ongeluk, er gebeurd zoveel ineens dat je psyche de informatie niet kan verwerken. De menselijke psyche raakt ook getraumatiseerd als we niet begrijpen wat we zelf doen of wat een ander doet. Als een kind bijvoorbeeld door een iemand waar het van houdt geslagen wordt begrijpt het dat niet, het verstand probeert het te ordenen, en het kind vraagt zich verward af of wat er gebeurd goed of fout is. Als de sterkere (volwassene) dan ook nog beweert te moeten slaan zodat het kind later een goed mens wordt en het slaan liefdevol bedoelt is dan is de verwarring compleet. De psyche kan nu haar fundamentele functie niet meer vervullen; de realiteit over te brengen. Wat is waar? Geslagen worden doet pijn, of ik moet geslagen worden zodat ik later volwassen word en ook weer kinderen kan slaan?
In dit soort situaties is de eerste reactie van ons organisme stress. Het organisme zal in eerste instantie in de aanval gaan of proberen te vluchten om aan het gevaar te ontsnappen. Zolang als het kind nog in staat is om fysiek te reageren, kan de energie die automatisch door het lichaam gemobiliseerd is gebruikt worden voor een van deze fysieke acties en kan worden ontladen.

Als dit echter mogelijkerwijze leidt tot nog meer bedreigingen en pijn (zoals het geval is in psychisch of lichamelijk ongelijkwaardige relaties zoals een kind in relatie tot een volwassene) zal het kind zich genoodzaakt voelen om fysiek de noodrem te trekken. Het lichaam dat net alle krachten en vermogens gemobiliseerd heeft om te kunnen vechten moet dit nu allemaal onderdrukken. Dit betekent dat de energie (het vuur) gestopt moet worden, het lichaam bevriest dan als het ware, maar onder het ijs blijft de energie als een vuur branden. In een later stadium kan deze keuze leiden tot een verstarring. Geen lichaam houdt deze tweestrijd vol, de energie wil naar buiten de angst mobiliseert alles om dat tegen te houden. Uiteindelijk is de energie opgebrand en schakelt het lichaam over op totale verslapping (burn-out). Het kind onderwerpt zich (soms zonder het verstandelijk te beseffen) aan de bedreiging waartegen het machteloos is aan de dader.

Peter Levine verteld hierover mooi door de vergelijking te maken met dieren die aangevallen worden en uiteindelijk neervallen, het lijkt alsof ze dood zijn maar na een tijdje komen ze weer bij bewustzijn, schudden de stress van zich af en als de achtervolger die ervan uitging dat de prooi dood was kunnen ze misschien ontsnappen).

Als het kind voortdurend in gevaar is, continue op zijn hoede moet zijn zullen de gevoelens die gepaard gaan met het misbruik (angst, woede, afschuw, schaamte en alle fysieke sensaties zoals heet, koud, misselijk en pijn) door de aanmaak van specifieke hormonen en neurotransmitters verdoofd. Het kind voelt dan uiteindelijk zichzelf niet meer. Het leeft als in een cocon, onbereikbaar, beschermt door het lichaam tegen de inkomende realiteit. De gedachten dwalen af, en dat wat er in het hier en nu gebeurt wordt niet meer echt waargenomen, gevoeld en beleefd, alleen nog maar ten dele, versluierd of als iets gênants ervaren. Waarneming, sensaties, gevoelens, denken, herinneren en handelen vormen nu geen coherent geheel meer. Ze worden los van elkaar ervaren en gaan ieder een eigen leven leiden.

Zelfs als een mens een traumatiserende ervaring overleefd, hersteld deze fragmentatie zich niet zomaar vanzelf. Als het gevaar blijft bestaan (een kind kan niet zomaar weg uit zijn of haar omgeving) dan gaat het lichaam een strategie ontwikkelen die onmiddellijk doorgevoerd wordt als het gevaar zich weer voordoet. Het organisme verbruikt nu ontzettend veel levens-energie om het ware zelf te verbergen. De persoonlijkheid wordt opgesplitst in de echte gevoelens en gedrag dat minder gevaar oplevert. Zo leidt een psychotrauma tot de fragmentatie van de gehele persoonlijkheid. Het kind lijkt vanaf dat moment te bestaan uit drie verschillende persoonlijkheden; als iemand die de werkelijkheid kan bevatten en begrijpen (zolang het niet geconfronteerd wordt met waarnemingen die doen denken aan het trauma en het verdedigingsmechanisme inschakelen), als iemand die zich nog steeds in de trauma-situatie bevindt en als iemand die probeert de realiteit van de ervaring van zijn of haar machteloosheid ontkent en verdringt.

Getraumatiseerd zijn wordt nu een deel van zijn of haar identiteit, en is tegelijkertijd de oorzaak waarom het zijn of haar ware identiteit niet verder ontwikkelen kan. Psychologische trauma’s zijn dus niet iets waar je achteloos mee om kan gaan, of als een bijzaak aan de kant kan schuiven.

“Ik kan mijn eigen leven vanaf nu alleen nog maar begrijpen, als ik het feit van mijn traumatische ervaringen hierbij in beschouwing neem. Ook anderen kunnen mij alleen maar begrijpen als ze begrijpen dat ik de werkelijkheid op drie verschillende niveau’s beleef en dientengevolge soms tegenstrijdig gedrag vertoon. Soms handel ik vanuit mijn gezonde delen, ik kan echter ook ineens mijn trauma herbeleven en projecteren op de mensen en de situatie en mijn lichaam zal dan extreem gestresst reageren. Vaak als ik me bedreigd voel ga ik zonder een tussenstap te nemen automatisch van de stressreactie over op mijn overlevingsstrategie. Hoe vaker dit gebeurd hoe sneller dit gaat, ik ben vanaf nu zo lang getraumatiseerd en innerlijk gespleten tot ik een weg heb gevonden om de fragmentatie van mijn psyche weer op te heffen.

Het is fataal voor ons als we in bedreigende situaties ons gezonde gedrag niet meer kunnen onderscheiden van onze overlevingsstrategiën. Het principe van de overlevingsstrategiën berust op het niet kunnen realiseren dat dit overlevingsstrategiën zijn. We gaan er vanuit dat dat wat lang geleden gebeurd is nog te voorkomen zou zijn. En we besteden oneindig veel van onze levenskracht om ons te beschermen tegen iets dat soms al lang geleden gebeurd is. Dit heeft enorm schadelijke gevolgen voor ons eigen leven en voor onze samenleving. Door afgesplitst te zijn van ons gevoel ontwikkelen we een schijnrealiteit waarin we dingen goed praten als noodzakelijk kwaad beschouwen, en we in staat dingen te accepteren die in wezen onmenselijk zijn zoals kinderen slaan, verkrachten, doden, wapens exporteren, bommen werpen. We normaliseren dat wat gestoord is en het daglicht niet kan verdragen en refereren naar anderen die hetzelfde denken en doen. Dat is bij ons een culturele traditie.

Vrij vertaald uit Liebe, lust und leiden —Franz Rupert

Geen reactie's

Sorry, het is niet mogelijk om te reageren.