23 sep Tarot als hulpmiddel om denkpatronen te doorbreken.
Op dezelfde manier als we een spiegel gebruiken om ons zelf aan de buitenkant te zien kunnen we symbolen gebruiken om erachter te komen wat er in ons leeft. Een avontuurlijke expeditie. De afbeeldingen op de Tarot kaarten zijn een spiegel van de plaatjes in onze ziel. Hoe langer we naar binnen kijken, hoe meer we leren over onszelf en ons leven.
Wat zijn gedachten? Als ik het woord denken opzoek vind ik dit: In het oud Engels þencan “verbeelden, bedenken in de geest; overwegen, mediteren, onthouden; van plan zijn, wensen, verlangen”, waarschijnlijk oorspronkelijk “veroorzaken om aan zichzelf te verschijnen”, van Proto-Germaans *thankjan. Oudengels þencan is de oorzakelijke vorm van het duidelijke Oudengelse werkwoord þyncan “lijken, verschijnen” (verleden tijd þuhte, voltooid deelwoord geþuht), uit het Proto-Germaans *thunkjan (bron ook van Duits dünken, däuchte). Beide zijn van PIE *tong- “denken, voelen”, wat ook de wortel is van denken en bedanken. De twee Oud-Engelse woorden kwamen samen in het Middelengels en þyncan ‘lijken’ werd geabsorbeerd, behalve dat het bewaard bleef in archaïsche methinks ‘het lijkt mij’. Wat me weer doet denken aan de betekenis van het woord Phantasia; ik verschijn. Onze gedachten scheppen een werkelijkheid, terwijl ik altijd dacht dat de werkelijkheid mijn gedachten bepaalde. Dit is een grote ommekeer, mocht het waar zijn is het het proberen waard. Ik merkte al snel dat de omschrijvingen van sommigen bij de Tarot kaarten me een fijn gevoel gaven en anderen niet. Toen ik begon met de Tarot kaarten koos ik al snel voor de verklaringen die me gerust konden stellen en de onzekerheid over mezelf en het leven weg konden nemen. Tot mijn verbazing werkte het, als ik de tekst las die bij een kaart geschreven stond en ik de positieve en constructieve verklaring niet kon weerleggen was de innerlijke criticus voor even uitgeschakeld. Ik merkte dat de verklaringen me motiveerden dingen aan te pakken, dingen door te zetten, me moed gaven. Meer moed dan de gedachten die ik zelf had, bovendien waren ze net zo waar. Het was dan ook erg fijn om elke keer als ik ergens mee zat een kaart te trekken en de betekenis serieuzer te nemen dan mijn eigen gedachten die doordringt waren met negativiteit en angst.
Een spiegel laat ons de zichtbare realiteit zien zonder oordeel. Het mooie en het lelijke, het plezierige en het onplezierige en alles daartussen in. Een spiegel kan niet anders. We kunnen de spiegel opzij leggen of breken als onze reflectie ons niet aanstaat, dat zal echter ons uiterlijk niet veranderen.
De afbeeldingen op tarot kaarten omschrijven verschillende spirituele hoedanigheden. Wat zijn ‘spirituele’ hoedanigheden? “Het bezielende of vitale principe in mens en dier…””Van of met betrekking tot adem, ademhaling, wind of lucht; met betrekking tot geest’, van spiritus ‘van ademen, van de geest’.
Wat is bezieling dan of de ziel? Een substantiële entiteit waarvan wordt aangenomen dat het dat is wat in elke persoon leeft, het hout/de brandstof/de energie die de mens voelt, de mens laat denken en waaruit een wil zich ontwikkeld.
Als je de kaarten legt en de afbeeldingen bekijkt en de betekenis gaat lezen en deze in overweging neemt kun je makkelijker vanuit een andere invalshoek naar de situatie te kijken. De afbeeldingen zijn net als een spiegel oordeelroos, ze zijn in wezen niet positief of negatief, niet voor of tegen ons. Ze bieden slechts een andere invalshoek, een hint of een clue. We kunnen ze bekijken, en bepalen wat resoneert en wat niet en tot andere inzichten komen.
Het is niet makkelijk om onze schaduwkanten te zien. De emoties die we liever niet willen hebben omdat we denken dat ze slecht zijn of minderwaardig zijn en afbreuk aan de vaak toch al ontbrekende liefde voor onszelf en ons gebrek aan eigenwaarde. Het voelt bedreigend om het geïdealiseerde beeld waar we ons al jaren aan vastklampen los te laten om ons ware zelf dat we ergens hebben achter gelaten terug te vinden.
We doen alsof we onszelf kennen, en geloven vaak zelfs dat we echt zo zijn zoals we ons voordoen. We investeren ontzettend veel energie om de illusionaire facade hoog te houden; hoe groter de illusie over ons zelf hoe wanhopiger deze verdedigd moet worden, en hoe groter de onderliggende angst. Elke verdediging, elke ontkenning onthuld echter des te meer de onderliggende schaamte en schuldgevoelens. Angst, bekrompenheid, onderdrukking, beperkingen en een gevoel van isolatie zijn het gevolg, en het ware wezen blijft verborgen onder een gevoelige wond.
We kunnen echter onszelf alleen maar leren te accepteren en lief te hebben als we ermee ophouden onze gevoelens te verbergen, en ons te verbergen voor onze gevoelens. We kunnen alleen dat wat we zelf hebben ontdekt en accepteren over onszelf delen met anderen, en we kunnen alleen de onaangename eigenschapen veranderen die we deze ook echt erkennen en beseffen dat het ons gelukkiger zal maken.
Jezelf ontdekken kan risicovol zijn. Nieuwe inzichten kunnen zijn verontrustend en zullen de fundering van onze overtuigingen aan het wankelen brengen. (de toren) Desalniettemin is dit een essentiële stap in een transformatieproces. De beloning is uiteindelijk groot. Elke keer als we een illusie herkennen en los kunnen laten komen we dichter bij ons echte onbeperkte zelf. En wat we laten gaan in dit proces was in wezen ook nooit echt van ons; wat vernietigd wordt was nooit geworteld in ons echte wezen. Het is ballast en negatieve energie die we laten gaan. En hierdoor bereiken we de stille plaats in ons zelf waar we ons kunnen verenigen met de rust van de stilte; we komen eindelijk thuis en thuis en wij vormen een.
Tarot betekent boven alles subjectiviteit, en een levendige bereidwilligheid om (aan)geraakt te worden. De afbeeldingen van de Tarot zijn de spiegels van onze onbewuste impulsen, ze maken het mogelijk ons bewust te worden van dat wat er in ons onderbewustzijn (in de schaduw) verborgen ligt. En naarmate we leren de kaarten te lezen zoals we een verwarrende droom kunnen leren te interpreteren, ontdekken we nieuwe regionen in onszelf en vangen we een glimp op van de mysteries van het universum en haar alles omvattende orde.
In avibus intellige studia spiritualia, in animalibus exercitia corporalia [Richard of St. Victoror (1110-1173): “Watch birds to understand how spiritual things move, animals to understand physical motion.” – E.P.]
spirit (v.)
1590s, “to make more active or energetic” (of blood, alcohol, etc.), from spirit (n.). The meaning “carry off or away secretly” (as though by supernatural agency) is first recorded 1660s. spirit (n.)
mid-13c., “animating or vital principle in man and animals,” from Anglo-French spirit, Old French espirit “spirit, soul” (12c., Modern French esprit) and directly from Latin spiritus “a breathing (respiration, and of the wind), breath; breath of a god,” hence “inspiration; breath of life,” hence “life;” also “disposition, character; high spirit, vigor, courage; pride, arrogance,” related to spirare “to breathe,” perhaps from PIE *(s)peis- “to blow” (source also of Old Church Slavonic pisto “to play on the flute”). But de Vaan says “Possibly an onomatopoeic formation imitating the sound of breathing. There are no direct cognates.”Meaning “supernatural immaterial creature; angel, demon; an apparition, invisible corporeal being of an airy nature” is attested from mid-14c.; from late 14c. as “a ghost” (see ghost (n.)). From c. 1500 as “a nature, character”; sense of “essential principle of something” (in a non-theological context, as in Spirit of St. Louis) is attested from 1680s, common after 1800; Spirit of ’76 in reference to the qualities that sparked and sustained the American Revolution is attested by 1797 in William Cobbett’s “Porcupine’s Gazette and Daily Advertiser.”From late 14c. in alchemy as “volatile substance; distillate;” from c. 1500 as “substance capable of uniting the fixed and the volatile elements of the philosopher’s stone.” Hence spirits “volatile substance;” sense narrowed to “strong alcoholic liquor” by 1670s. This also is the sense in spirit level(1768). Also from mid-14c. as “character, disposition; way of thinking and feeling, state of mind; source of a human desire;” in Middle English freedom of spirit meant “freedom of choice.” From late 14c. as “divine substance, divine mind, God;” also “Christ” or His divine nature; “the Holy Ghost; divine power;” also, “extension of divine power to man; inspiration, a charismatic state; charismatic power, especially of prophecy.” Also “essential nature, essential quality.” From 1580s in metaphoric sense “animation, vitality.”According to Barnhart and OED, originally in English mainly from passages in Vulgate, where the Latin word translates Greek pneuma and Hebrew ruah. Distinction between “soul” and “spirit” (as “seat of emotions”) became current in Christian terminology (such as Greek psykhe vs. pneuma, Latin anima vs. spiritus) but “is without significance for earlier periods” [Buck]. Latin spiritus, usually in classical Latin “breath,” replaces animus in the sense “spirit” in the imperial period and appears in Christian writings as the usual equivalent of Greek pneuma. Spirit-rapping is from 1852.Metaphysics (n.) “the science of the inward and essential nature of things,” 1560s, plural of Middle English metaphisik, methaphesik (late 14c.), “branch of speculation which deals with the first causes of things,” from Medieval Latin metaphysica, neuter plural of Medieval Greek (ta) metaphysika, from Greek ta meta ta physika “the (works) after the Physics,” title of the 13 treatises which traditionally were arranged after those on physics and natural sciences in Aristotle’s writings. See meta- + physics.The name was given c.70 B.C.E. by Andronicus of Rhodes, and was a reference to the customary ordering of the books, but it was misinterpreted by Latin writers as meaning “the science of what is beyond the physical.” The word originally was used in English in the singular; the plural form predominated after 17c., but singular made a comeback late 19c. in certain usages under German influence. From 17c. also sometimes “philosophy in general,” especially “the philosophical study of the mind, psychology.”Aristotle further noted that there are many bird forms within the bird kind – cranes, eagles, crows, bustards, sparrows, and so on, just as there are many forms of fishes within the fish kind. He sometimes called these atoma eidē, indivisible forms. Human is one of these indivisible forms: Socrates and the rest of us are all different individually, but we all have human form.Finally, Aristotle observed that the child does not take just any form, but is given it by the parents’ seeds, which combine. These seeds thus contain form, or in modern terms information. Aristotle makes clear that he sometimes intends this third sense by giving the analogy of a woodcarving. It takes its form from wood (its material cause); the tools and carving technique used to make it (its efficient cause); and the design laid out for it (its eidos or embedded information). Aristotle further emphasises the informational nature of form by arguing that a body is compounded of elements like earth and fire, just as a word is compounded of letters in a specific order. Soul as system
As analysed by the evolutionary biologist Armand Leroi, Aristotle’s biology included five major interlocking processes:
- a metabolic process, whereby animals take in matter, change its qualities, and distribute these to use to grow, live, and reproduce
- a cycle of temperature regulation, whereby animals maintain a steady state, but which progressively fails in old age
- an information processing model whereby animals receive sensory information, alter it in the seat of sensation,[e] and use it to drive movements of the limbs. He thus separated sensation from thought, unlike all previous philosophers except Alcmaeon.[7]
- the process of inheritance.
- the processes of embryonic development and of spontaneous generation
The five processes formed what Aristotle called the soul: it was not something extra, but the system consisting exactly of these mechanisms. The Aristotelian soul died with the animal and was thus purely biological. Different types of organism possessed different types of soul. Plants had a vegetative soul, responsible for reproduction and growth. Animals had both a vegetative and a sensitive soul, responsible for mobility and sensation. Humans, uniquely, had a vegetative, a sensitive, and a rational soul, capable of thought and reflection.
Sorry, het is niet mogelijk om te reageren.