Vergiß mein nicht.
1198
post-template-default,single,single-post,postid-1198,single-format-standard,bridge-core-3.3.1,qode-page-transition-enabled,ajax_fade,page_not_loaded,,qode-title-hidden,qode_grid_1300,footer_responsive_adv,qode-content-sidebar-responsive,qode-theme-ver-30.8.1,qode-theme-bridge,qode_header_in_grid,wpb-js-composer js-comp-ver-7.9,vc_responsive

Vergiß mein nicht.

In het prachtige oude huis aan de Singel dat ik deel met anderen zijn veel mensen geïnteresseerd in de een of andere alternatieve geneeswijze. Een vrouw bestudeert Reiki en Tantra, een ander Astrologie, weer een ander verdiept zich in Human design, iemand bestudeerd daoïsme andere weer Tarot en Biologie, één vrouw die bij ons logeerde, was van kinds af aan al helderziend.
Ik zelf was druk bezig om alle afgesplitste delen in mezelf boven water te halen en opnieuw met elkaar te verbinden en geïnteresseerd in alle ‘gereedschappen’ die mensen hiervoor ontwikkeld hebben. De essentie van alle religies (re-legare) massages, oefeningen… Ik wil alles graag leren kennen, zelf ondervinden, uitproberen en kijken wat het met me doet. Wat me goed doet en voelt in mijn hart, wat rust geeft en orde kan scheppen en bevordelijk voor de samenwerking tussen alle regionen in mijn lichaam en mijn hersenen. Zodat alles goed door mijn lichaam kan stromen, het bloed alle cellen in mijn lichaam kan voorzien van alles wat ze goed kunnen gebruiken, zodat ik met veel liefde dit lichaam mag bewonen. 
Ik ben zelf niet paranormaal begaafd dus deze wereld en kan ik niet zien of verifieren wat er gezien wordt. Op zoek naar de essentie van alle religies kwam ik veel mooie dingen tegen die langzamerhand mijn bewustzijn verruimden en me tegelijkertijd beleerden hoe beperkt mijn overtuigingen zijn. Ik ben niet de eerste nog de enige mens op aarde die is gaan pluizen in oude boeken en daarbij tot andere inzichten is gekomen. Ik denk dat het een natuurlijk proces is om ons intuïtief te verrijken en anderen evenzo, met onze persoonlijke ervaringen en kennis. Heb u naasten lief zoals u zelf, gaat in mij ogen over deze kennisoverdracht. Zoals de bijen de pollen van een bloem verzamelen en de honing naar de korf brengen, zo verzamelen wij ervaringen en informatie en om de kennis die daaruit voortkomt te delen. Levenservaring (nieuwe dingen uitproberen, voelen, overdenken, bespreken, overleggen, afwegen, samenwerken, nadenken, leren, overwegen ect). Alles wat helpt om jezelf volledig te ont-wikkelen, ont-plooien, opbloeien en ten slotte opgaan en een worden met alles (sterven).
Uitgangspunt voor mijn zoektocht is mijn persoonlijke visie op kwantum mechanica; waardoor ik meen dat mijn lichaam in wezen is opgebouwd uit kwantum deeltjes; energie. De atomen hebben een kern net als de eicel; een nucleus. De atomen bestaan uit deeltjes en golven. Ik kan me dus voorstellen dat sommige mensen dit beter kunnen voelen dan anderen. En hoe ze al deze gevoelens vertalen naar woorden is dan natuurlijk afhankelijk van meerdere factoren, zoals hun persoonlijkheid en de informatie die ze tot zich nemen. 
Deze vrouw omschreef dat ze soms beelden zag en dingen hoorde. Dat wat ze zag kon mij iets vertellen over de sluimerde verlangens, behoeftes mijn verdriet en of een innerlijke strijd. Blokkades. Ik was benieuwd naar de informatie, en stel me er hetzelfde voor als bij ieder orakel, dat wat zij me zou vertellen, zou behulpzaam kunnen zijn de zogenaamde schaduw kanten aan het licht te brengen en mezelf nog iets beter te leren kennen. Anderen zien je tenslotte vaak helderder dan je jezelf kan zien.
Ze kwam op mij kalm en consciëntieus over dus ik vertrouwde erop dat het geen kwaad kon. En ik besloot haar om een ​​‘reading’ te vragen.
Ik zag het als een alternatieve vorm van coaching, met een bijzondere toevoeging; namelijk de spirituele/metafysische kant. Ik vond de stijl die ze voor de vormgeving van haar website, haar uiterlijk en interieur had inspirerend en charmerend. Een voorbeeld waren de kleine wit stipjes die ze op iedere nagel gelakt had. Het witte hartje dat ze gebruikte achter haar apps de tarot kaarten die ze gebruikte en de kleine sierlijke aquarellen van planeten die ze schilderde. 
 
Ze begon met haar ritueel, sloot haar ogen en nodigde iedereen uit die bij het gebrek moest zijn. Ze sprak over engelen en hogere spirits die enthousiast waren. Het meeste wat ze vertelde vond ik bemoedigend en motiverend. Ze sprak echter ook spanning rondom het hart en de noodzaak dieper te gaan. Onder het hart lag echter een steen en daaronder was veel bedrukte energie. Ze zei dat ze zich misselijk voelde, en dat ik dat ook zou gaan voelen als de steen in beweging kwam.
Ze vertelde me dat ik beloofd zou hebben de vrouwenlijn waar ik van afstam te verhelderen ‘the lineage clearen’. Ik zou in mijn enthousiasme in de verleiding kunnen komen om ook de mannenlijn te doen maar dat was niet mijn taak.
 
Dat was een interessante gedachte. Het viel mensen soms op dat ik mannen vaak verdedigde. Ik was dan ook als kind ‘papa’s meisje’ geweest. Ik had het vermoeden dat ik op een ongezonde manier verstrikt was geraakt met mijn vader. Als ik een man of een vrouw ontmoette dan projecteerde ik automatisch zonder ze te kennen al een aantal aannames op deze mensen. Ik voelde me vaak zenuwachtig en onzeker in het bijzijn van mannen, ik was bang voor hun negatieve oordeel en irritatie en maakte me vaak al bij voorbaat kleiner. 
 
Ik wilde graag een boek schrijven met mijn eigen illustraties. Het zou gaan over het vinden van je eigen bron, een soort Corpus Hermeticum in Jip en Janneke taal. Het was een sprookje, en in het sprookje wandelde ik door de ruïnes van een gebombardeerde stad. In een donker gebouw zag ik achter het raam het silhouet van een vrouw met in haar armen een levenloos kindje. Ik richtte mijn blik zo snel mogelijk weer op de weg en liep verder. Niet lang daarna wandelde ik door een straat die leek op de straat van mijn opa en oma. Ik hoorde de angstige schreeuw van een kind en rende intuitief op het geluid af, een tuinpad op tot bij een klein kelderraam. Ik bukte en staarde naar binnen en toen mijn ogen aan het licht gewend waren keek ik recht in de ogen van een kleine jongen die me met betraande ogen wanhopig aankeek.
Het verhaal dat ik schreef was een puzzel van de herinneringen van mijn ouders. Mijn moeder kan zelf niet veel ouder zijn geweest dan drie jaar toen ze in de schuilkelder zat en een vrouw in paniek de trap afkwam met in haar armen een dood kindje. Mijn vader had me verteld dat hij van zijn vader vaak een pak slaag kreeg met de riem. Oma zette het stokje klaar bij de kelder had hij mijn moeder ooit verteld.
In het verhaal was een meisje op zoek naar de bron. En onderweg kwam ze allerlei wezens tegen die haar hielpen de bron te vinden. Toen ze het pad op rende was ze onderweg met de warme handen man, en deze wenkte dat ze moest komen. Het meisje kon echter de kleine jongen niet achterlaten en gebaarde naar de kelder. De warme handenman kwam teruggelopen. En toen hij dichtbij genoeg was zei hij zachtjes maar beslist: We moeten verder…anders zijn we niet voor het donker terug. Ik zei: Maar we kunnen toch niet weg gaan we moeten de jongen helpen… Hij keek me treurig aan en zei; Het is slechts een herinnering Mary. Die deur kan alleen van binnen uit open, meisje… en toen stak hij zijn warme hand uit. Ik pakte zijn hand en wist diep van binnen dat hij gelijk had maar toch voelde ik me vreselijk naar toen we verder liepen.
 
Maar dat terzijde, terug naar wat de vrouw die met ‘mijn gidsen’ in gesprek was; Er was een zus die heel graag bij ons had willen zijn maar het niet gehaald had. Deze zus wilde me helpen de erfenis van ervaringen en herinneringen van de vrouwen uit onze familie op te helderen. Als ik zou mediteren en haar uit zou nodigen zou ik haar aanwezigheid kunnen voelen. Ik nam haar woorden in eerste instantie letterlijk en vroeg of het oké was om aan mijn moeder te vragen of er een kindje geweest was en ze zei ja. Na de sessie belde ik mijn moeder of ze misschien nog een keer zwanger was geweest en het mis was gegaan? Ze zuchtte en vroeg me waar ik nu weer mee bezig was. IK probeerde het uit te leggen en ze vertelde dat ze niet zwanger geweest en zich niets soortgelijks kon herinneren. Ik voelde me een beetje schuldig dat ik het gevraagd had en liet het erbij. Het meest zinvolle aan informatie leek me ook dat ik zou kunnen geloven dat ik niet alleen was, maar er een hoop energie om me heen was die me goed gezind was. Die gedachte was zinvol en beter dan wantrouwen en de angstige gedachtes die in mij vaak preveleerden.
 
Ik was een boek aan het bestuderen van Franz Rupert over liefde, lust en trauma, en tijdens de research vond ik het boek ‘De Duitse vrouw en haar eerste kind’. Het was geschreven in 1934 door de longenarts Johanna Haarer en werd een van de belangrijkste opvoedingsadvies boeken in die tijd. Haarer wist niets over ontwikkelingspsychologie en hechting, iets wat in die tijd bij de kinderartsen al wel bekend was. Het boek werd een bestseller in nazi-Duitsland en er werden 600.000 exemplaren van verkocht. Alle boeken van Haarer werden door de geallieerden na de tweede wereldoorlog verboden, het boek werd echter bewerkt en gestript van de nazistische uitingen en weer opnieuw uitgegeven tot 1987 werden wederom 600.000 exepmplaren verkocht. 
Enkele adviezen van Haarer waren je kind de eerste vierentwintig uur niet te voeden. Moeder en kind meteen na de geboorte van elkaar te scheiden. Het kind in een eigen bedje en op een andere kamer te laten slapen. Het op vaste tijdstippen te voeden en je niet te laten tiranniseren met het gehuil. In die tijd werd er nog van uitgegaan dat kinderen pijn alleen fysiek konden ervaren. Dientengevolge werden veel zuigelingen geopereerd zonder verdoving. De tranen liepen over mijn wangen toen ik de jeugdherinneringen op internet las van mensen die in de oorlog waren opgegroeid. Du mußt jetzt mutig sein…emoties hield je voor jezelf, geen verdriet, geen pijn, geen woede voelen laat staan tonen. Online zag ik een foto van een huilende baby, in de mooie Duitse in dezelfde typografie van Goethe en Schiller lettertypes die nu geascosieerd worden met de propaganda uit de tweede wereld oorlog: ‘So will er Steine weich machen’ Een huilende zuigeling, afgeschilderd als een kleine tiran. En voor het eerst ben ik in staat te voelen hoe het geweest moet zijn voor mijn moeder om op te groeien in de oorlog.
 
Mijn moeder verliet het huis toen ze 16 was. Ze had een advertentie gezien in de krant en erop gereageerd. Ze werd aangenomen en in ruil voor haar werk werd ze opgeleid tot verpleegster door de nonnen. In het weekend ging ze naar huis om haar moeder te helpen haar vader was ziek geworden. Ze herinnert zich uit die tijd dat hij haar een paar keer in het ziekenhuis kwam opzoeken en een dokter wilde spreken. “Ze müssen mir helfen, es sitzt was in meinem Kopf…” Hij had aderverkalking. Het bloed kon niet meer goed stromen… Ik moet denken aan een boek van Paracelsius, hoe de binnenkant van ons lichaam beschreven werd, de zwarte gal, de gele gal, het vet, het gestolde bloed, de etter en fluim. Waren als metaforen voor alle herinneringen, hoe kon ik dit ophelderen…
Soms mocht haar moeder ook helpen in het ziekenhuis in de waskeuken en konden ze wat bij verdienen. De inkomsten van opa vielen weg toen hij bedlegerig werd en oma verdiende haar geld als coupeuse. Mijn moeder spaarde geld om een nieuwe naaimachine voor haar moeder te kunnen kopen.
Haar zus had een vriendje waarmee ze p een dag was gaan varen op de Rijn. Het bootje sloeg om in de hoge golven en ze kwamen allebei in het koude water terecht. Gelukkig kwamen ze beiden weer veilig aan land, maar mijn tante werd die maand niet op tijd ongesteld en vreesde ze dat ze zwanger was. Toen ze het aan haar moeder vertelde was oma onverbiddelijk, en zag geen andere oplossing dan dat ze dan maar moesten trouwen. Uiteindelijk bleek ze niet zwanger maar toen waren ze al getrouwd.
 
Mijn moeder was dol op kinderen en werkte dan ook met veel plezier op de kinderafdeling in het ziekenhuis. Hadden ze daar dat vervloekte boek ook? Op een foto van mijn moeder kan je aan twintig kleine bedjes zien dat de zieke kinderen in die tijd in ieder geval gescheiden werden van hun ouders. Ik betwijfel ook of het mogelijk is om er voortdurend voor je kind te zijn, ook al zou dit voor de ontwikkeling beter zijn. Trauma therapie is gericht op degene die getraumatiseerd is, en het achterhalen van dat wat traumatisch was en waardoor je afgesplitst bent is een noodzakelijke stap. Het doel hierbij is om het trauma te helen en niet om te zoeken naar een dader. Juist de bevrijding van elk oordeel door de complexiteit van de context te gaan zien kan opheldering brengen en de acceptatie die nodig is om vrede te krijgen. De intentie achter veel afschuwelijke dingen is vaak goed. Dit inzicht hoe gruwelijk ook de gebeurtenissen zijn maakt het mogelijk om weer vertrouwen te hebben in de mensen en het leven. En vertrouwen is de andere pool van angst.
Niet lang nadat haar vader ziek was geworden, werd haar verloofde door een verdwaalde kogel in zijn hoofd geraakt en naar het ziekenhuis gebracht. Ze mocht niet meer naar hem toe, het was niet meer om aan te zien werd haar verteld. Zijn hersenen hingen eruit. Ze zat naast zijn moeder in het ziekenhuis, die onverstaanbare woorden prevelde en verdwaasd heen en weer bewoog. Ze had al haar man verloren, hun huis was gebombardeerd en nu was ze ook nog haar zoon kwijt. En mijn moeder zat ernaast en probeerde te ‘helpen’ terwijl het ook haar verloofde was die op sterven lag. ‘Du mußt jetzt tapfer sein.’ Moedig waren ze.
Mijn moeders zus kreeg in de tussentijd drie prachtige kinderen en mijn moeder speelde vaak met haar neefjes en nichtje. Of zij het boek lazen of niet doet er niet zoveel toe, discipline en ijver stond altijd hoog aangeschreven. En mijn moeder was ijverig en gedisciplineerd. Als kind werd ik er soms knettergek van: “Aan de onderkant van de wastafel wonen ook mensen, Irene…”. Er woonden geen mensen onder de wastafel, dus ik begreep niet wat ze bedoelde. Waar ze die spreuk vandaan haalde kan ik nu wel bedenken, een van de nonnen in het ziekenhuis zal hetzelfde tegen haar gezegd hebben. De theedoeken die ik had dubbelgevouwen werden een voor een weer opengeslagen en dan liet ze me zien hoe je ze zo kon vouwen dat ze uiteindelijk allemaal precies even groot waren. De mouwen van de overhemden moesten op een klein plankje worden gestreken want daar mocht geen plooi inzitten. Meestal rende ik na een half uurtje ‘helpen’ gillend van frustratie naar buiten.
 Niet lang daarna werden alle drie de kinderen van haar zus tegelijkertijd ziek. Buikgriep. Mijn moeder maakte zich zorgen en wilde dat haar zus het kleinste kindje af zou geven omdat het zou kunnen uitdrogen. Haar zus wilde haar kindje echter niet alleen naar het ziekenhuis laten gaan, het voelde voor haar niet goed. Wat er toen gebeurde weet ik niet maar de dokter kwam uiteindelijk met een ambulance voorrijden. Mijn tante heeft zich misschien nog verzet want iemand is erop uitgestuurd om haar man te halen, maar hij was aan het kaarten en niet beseffende wat er aan de hand was speelde hij het potje ten einde en kwam te laat terug om het te verhinderen. Mijn moeder herinnert zich dat ze in het ziekenhuis naast de arts stond toen het kleine jochie nog een keer zijn kleine armpjes uitstak naar haar, slangetjes overal om hem te voeden. Het was te laat. Wat doen we als het lot toeslaat, we zoeken naar het hoe en waarom. Er moet toch een oorzaak zijn…een schuldige. De zoete vrucht van de boom van het oordeel over het goede en het kwade laat de smaak van verderf achter.
Ik vroeg me af of de jonge vrouw die mij een ‘reading’ had gegeven zich misschien vergist kon hebben bij het vertalen van dat wat ze had gezien. Misschien was de zus die graag onderdeel had uit willen maken van onze familie deze kleine jongen die zijn handjes uitstrekte en het lichaam moest verlaten. Ik stuurde een bericht naar nicht, de zus van de kleine jongen misschien moeten we een keer afspreken, met de jongere generatie ze hebben misschien een verhaallijn nodig. En als ik door de hoge raam van ons huis naar buiten kijk zwemt er een witte zwaan langs.
 
Glücklich ist,
wer vergißt,
was nicht zu ändern ist.
Schreef Oma in mijn poezie album.
Ik zie mezelf nog het schuurtje in gaan achter in de tuin, dat omringt werd door het kleine hemelblauwe bloemetje met in het midden een zonnig geel stipje. Ik vond een pet tussen het tuingereedschap en toen ik de keuken van oma binnenrende zeiden oma en mijn moeder tegelijkertijd; “Die was van opa…”. “Oh” zei ik trots en blij, “Wat leuk! Mag ik die hebben?” Oma knikte en even dwaalde haar blik af en mijn moeder begon snel weer te babbelen en dronken weer verder hun Kaffee und Kuchen.
Vijftig jaar puzzelstukjes zonder een doos en eindelijk verschijnt er een samenhangend beeld. Amazing grace.
 
Geen reactie's

Sorry, het is niet mogelijk om te reageren.