12. Help me
1051
post-template-default,single,single-post,postid-1051,single-format-standard,bridge-core-3.3.1,qode-page-transition-enabled,ajax_fade,page_not_loaded,,qode-title-hidden,qode_grid_1300,footer_responsive_adv,qode-content-sidebar-responsive,qode-theme-ver-30.8.1,qode-theme-bridge,qode_header_in_grid,wpb-js-composer js-comp-ver-7.9,vc_responsive

12. Help me

Ik kreeg geen lucht meer. Ik had alles geprobeerd wat ik maar kon bedenken. Het werd tijd om hulp te vragen, ik vouwde mijn handen in elkaar en fluisterde “help me…”  Ergens in de verte begon het te rommelen. Ik beet op mijn lip en zette me schrap. Rustig blijven…vermaande ik mezelf. Rustig inademen en uitademen. Het gerommel kwam dichterbij. Een oorverdovende knal, de hemel lichtte op en op hetzelfde moment zakte de bodem weg onder mijn voeten. Ik stortte de diepte in en landde met een harde klap in de zwarte aarde.

Om me heen wuifde de Avioli. Dankbaar staarde ik omhoog naar de sterren… Ik had de volgende vlakte bereikt en leefde nog. Midden in het veld stond de ivoorkleurige oude boom die ik zo goed kende. Iemand had de boom met veel zorg en liefde geënt; want tussen de bladeren bungelden vele vruchten. Om me heen pulseerde het van het leven. Alles en iedereen was aan het werk zodat haar lichaam optimaal kon functioneren. Als ik haar dit toch zou kunnen laten zien dan zou ze meteen begrijpen hoe waardevol ze was.

Ik kwam overeind en liep naar de boom toe en duwde nieuwsgierig de vruchten opzij die warm aanvoelden en stond ineens oog in oog te staan met een vreemd wezen. Ik schrok want het zag er onnatuurlijk uit, het zat vastgebonden aan de wand met littekenweefsel. Twee bleke bloeddoorlopen ogen staarden me angstig en wantrouwend aan. Ik voelde me een beetje misselijk. Het wezen wrong zich in allerlei bochten en hier en daar droop een straaltje pus vermengd met bloed uit.

Ik hoorde een vreemde klank; EHEIHE en uit de mond van het wezen vlogen duizenden lichtjes. Als betoverd keek ik ze na. Er liep een traan over de huid die meer op een zwoerd leek dan iets anders, het wezen huilde. Ik voelde een steek van pijn in mijn hart. Ik stond oog in oog met een vleesgeworden emotie, ik had erover gelezen maar nog nooit gezien. Dit was wat was overgebleven van de angst. Die ik kende als een prachtig wezen dat snel als de wind was. En de lichtjes waren natuurlijk de hormonen die de angst voor haar produceerde. Ze had de angst vastgehouden om haar te beschermen tegen de boze buitenwereld, en was natuurlijk verslaafd geraakt aan de hormonen. De andrenaline, noradraline en cortisol beheerste nu haar leven.

Ik huiverde, dit was erger dan ik had kunnen vermoeden. Ik kon niets doen. Ik had geen substantie, ik was slechts fantasie. Het was tijd om hulp te vragen aan de hogere regionen ik vouwde mijn handen en hoorde een ‘Plop’. Ik schrok en opende mijn ogen en zag het wezen recht op me af drijven. Het ging zo snel dat ik helemaal niets kon doen, ik kromp ineen tot ik een vreemde zachte warme olie door me heen voelde stromen. Het was alsof ik smolt, alles werd warm en voelde sensueel, het was de tederste aanraking die ik ooit gevoeld had. De puurste vorm van liefde die ik ooit ervaren had. En toen zag ik de gapende wond wijd open staan en erachter was een kamertje waar een klein meisje aan een tafeltje onder een lamp zat te tekenen.

Om me heen klonken nu stemmen die ik nog nooit gehoord had. Ze neurieden en spraken zachtjes kalm en liefdevol. Ik hoorde ze spreken over toegewijd zijn, over blij verlangen, gedijen, warmte en zachtheid, over toebehoren, samen zijn, behoedzaam zijn en beschermen. De ramen vlogen open en het zonlicht straalde naar binnen. Ik klom behendig langs de stam van de oude boom naar de tak die naar haar oor reikte en drukte mijn wang tegen de hare en fluisterde: “Er was eens…” en toen ik vooroverboog en door het raam weer naar buiten keek zag ik dat ze mijn woorden had opgeschreven.

Quack, quack, de interface van de telefoon lichtte op. Oh, nee he, niet nu! Dat kon toch niet waar zijn… Ze stond op en liep naar de telefoon. Dat was de druppel, buiten zinnen van teleurstelling rende ik naar de afgrond en sprong de diepte in. Ik viel, en viel, en viel, langer en dieper dan ooit tevoren. Ik bleef maar vallen door het donker en ik vroeg me af wat ik gedaan had, was alles voor niets geweest? Toen dacht ik aan het enige dat me kon helpen tegen de angst; vertrouwen, ik moest vertrouwen…niet bang zijn.

Een zachte plof en ik lag tussen een berg gekleurde bladeren. Om me heen rook het naar pasgevallen regen. Ik keek omhoog en zag de hoge stammen van de moederboom boven me uittorenen en keek om me heen. Geen twijfel mogelijk, ik was in het bos. Ik was in een keer recht naar beneden gevallen. Ze had de telefoon niet opgenomen, ze had het bos getekend met mij erin. Mijn ogen werden vochtig en mijn borst werd warm zo dankbaar was ik. Ik likte liefdevol mijn grijze vacht tot hij glansde en zette het op een lopen, sneller en sneller. Ik wist waar ik heen moest, ik kende het bos tenslotte als geen ander.

Leviathan

Er was een tijd dat we samen speelden, en alles deelden.
Een tijd waarin jij en ik een wij waren,
tot de verandering ons uiteendreef.
Ik dacht dat jij de verandering had uitgenodigd
en als een vlijmscherp mes stak het wantrouwen door mijn ingewanden heen.

Troosteloos waren de dagen
waarin ik zocht naar iets of iemand zoals als jij.

Eenzaam walsend door lange lege gangen van onbegrip
Een hoge toren in een onstuimige zee
Wachtend tot het wachten
Pijnlijker werd dan alles wat mijn angst had kunnen bedenken

Sloot ik mijn ogen vol overgave
En liet me vallen
De oneindige diepte in

De vermoeide angst rustend in mijn armen
Vol vertrouwen in mijn eigen hart
Landde ik in jouw warme armen,
Jij, die mij nooit verlaten had.

Geen reactie's

Sorry, het is niet mogelijk om te reageren.